Remco Kort startte een project in Oost-Afrika om d.m.v. een starter-cultuur lokaal yoghurt te produceren.
Acht jaar geleden begon professor Remco Kort samen met Dr. Wilbert Sybesma, ook microbioloog én vriend van de middelbare school, met een project in Oost-Afrika. Door met een starter-cultuur lokaal yoghurt te produceren wil hij het welzijn van de mensen daar verbeteren, en dan niet alle hun gezondheid, maar ook in economisch opzicht. In deel twee van het interview vertelt Remco Kort over dit project, Yoba-4-life.
Bij TNO zat ik in een interdisciplinair traject ‘developing human talent’, samen met een aantal collega’s. Aan het eind van dat traject mochten we een project bedenken met een duidelijke maatschappelijke impact. Toen heb ik dit bedacht: melk fermenteren tot yoghurt met behulp van een startercultuur. Waar het me met name om ging, is dat de combinatie zo sterk is. Je doet iets aan gezondheidsverbetering, maar fermentatie geeft ook een toegevoegde waarde aan een product. En dat kennen we allemaal wel vanuit het idee dat een fles wijn meer is dan een pak druivensap. Net zoals bij yoghurt is dat ook een verrijking in termen van smaak en houdbaarheid. Verder ben ik ervan overtuigd dat probiotica het grootste verschil maken als er sprake is van een situatie waarin de microbiota helemaal uit balans is, zoals bij diarree. In Afrika is diarree nog altijd de belangrijkste doodsoorzaak onder kinderen. We hebben zo’n 8 jaar geleden Yoba for Life opgericht , en nu is het initiatief flink gegroeid. We hebben het inmiddels in een aantal verschillende landen geïntroduceerd, niet eens beperkt tot Oost-Afrika, maar ook Indonesië en Nepal.
'Waar het me met name om ging, is dat de combinatie zo sterk is. Je doet iets aan gezondheidsverbetering, maar fermentatie geeft ook een toegevoegde waarde aan een product.'
Ik probeer de lopende projecten zoveel mogelijk te bezoeken. Dan geef ik workshops aan boeren over hoe ze met die startercultuur probiotische yoghurt kunnen maken. Maar er komen ook andere aspecten bij kijken, want met alleen adviezen over productie kom je er niet. We hebben ook een trainingsprogramma. Je moet de mensen bijvoorbeeld op het gebied van hygiëne het een en ander leren, maar ook boekhouden, marketing en distributie. Daar hebben we allemaal leerpakketten voor opgezet. Want dingen die voor ons heel logisch zijn, gaan in ontwikkelingslanden nog wel eens mis. Dan zijn er bijvoorbeeld mensen met een bedrijfje die meteen willen gaan investeren in een vrachtwagen die honderd keer meer capaciteit heeft dan wat ze nodig hebben. Het is prachtig om dit soort werk te doen. Ik wilde vroeger als microbioloog graag veldwerk doen, maar ik vond de moleculaire microbiologie veel interessanter dan de ecologische microbiologie. Nu ben ik via deze route toch nog in het veld terechtgekomen.
Wij hebben er in onze strategie heel erg duidelijk voor gekozen om eerst de distributie en het hele idee te implementeren, omdat we geen studies wilden doen op het moment dat mensen niet over de yoghurt konden beschikken. Maar die studies lopen nu. We zijn bijvoorbeeld bezig om grootschalige school feeding programma’s op te zetten. Ik kreeg dit vandaag nog binnen (Remco laat foto’s zien op zijn telefoon). Kijk dit is de schoolmaaltijd, echt heel actueel. Ze zijn op een schooltje begonnen om dit soort zakjes met de probiotische yoghurt elke dag aan kinderen te verstrekken. Kijk, hier zie je dus de nieuwe schoolmaaltijd. Dit is in een schooltje in West-Oeganda. Ik heb nu twee PhD-studenten die in Oeganda onderzoek doen naar het gezondheidseffect.
We zijn ook bezig met een ander onderzoek: dat is toepassing van fermentatie voor detoxificatie. In deze landen zijn er hele hoge niveaus van aflatoxines. We zien hele mooie resultaten: op het moment dat je zo’n fermentatie inzet wordt een groot deel van die aflatoxines gebonden en zelfs afgebroken. Aflatoxines komen veel voor in gebieden met ondervoeding en zijn in verband gebracht met stunting, groeiachterstand in kinderen.
Wat ook dramatisch is, is dat die toxines via de moedermelk ook bij kinderen terechtkomen. Op het moment dat aflatoxines ingenomen worden, worden ze omgezet in aflatoxine-m1 en die komt in de melk terecht; ook in de melk van koeien als zij gecontamineerde mais eten. Het is echt een heel groot probleem. Dat geldt ook voor de mais en andere voedingsmiddelen die deel uitmaken van het nationale dieet, die worden geen van allen gefermenteerd. Maar het is geen enkel probleem om dat wel te doen, daar kun je dezelfde startercultuur voor gebruiken. We hebben er testen mee gedaan, en de bacterie groeit gewoon op dit soort nutriënten. Dan heb je het voordeel dat je die toxines omzet. We zien hier een grote potentie om deze startercultuur voor dit doeleinde te gebruiken. Dan is er niet alleen sprake van probiotische werking, maar ook detoxificatie.
Uit ons onderzoek moet blijken of dat inderdaad effectief is. Dat weten we nog nu nog niet. Maar ik herken dit wel, want bij stunting blijken veel interventies niet te werken. Dus als je eenmaal een hele slechte start hebt gemaakt, is het blijkbaar heel moeilijk om dat nog recht te breien. Daarom denk ik dat het van belang is om dit zo vroeg mogelijk in het leven te doen. Daarom zijn we nu aan het kijken of we de probiotische yoghurt ook op kleuterscholen en bij kindergartens kunnen introduceren. En dat is ook de plek waar we zouden willen meten. Want dat is juist de periode waarin kinderen veel infectieziektes hebben. Dan kan dus het grootste effect van probiotica gemeten worden.
Overigens is dat al in Argentinië gedaan. Daar hebben ze – en ik geloof dat dat de enige overheid ter wereld is – een school feeding programma uitgerold en daar krijgen duizenden en duizenden kinderen allemaal probiotische yoghurt. Maar in Afrika hebben we geen overheidssubsidie. Mijn inschatting is ook niet dat de Oegandese overheid daar snel mee over de brug zal komen. Dus hebben we gezocht naar een methode om het op eigen kracht te laten draaien. En dat is gelukt.
Vooral in steden waar kinderen te weinig met verschillende bacteriën in aanraking komen? Ik ben helemaal voor. Je zou dit mooi kunnen combineren met een startercultuurpakket voor scholen. Daarmee kun je kinderen laten zien en leren hoe je moet fermenteren. En dat kun je heel eenvoudig opzetten. Zo komen kinderen op een hele jonge leeftijd hiermee in contact. En dat is goed, want wat je vaak ziet is dat ze dat dan ook later in het leven blijven doen. De kinderjaren zijn toch de jaren dat je went aan een bepaalde smaak. En je moet zo vroeg mogelijk hiermee beginnen. Dus ik vind het een heel erg goed idee.
Ik weet het. Wat dat betreft is het inderdaad wel het goede moment. Maar fermentatie is natuurlijk zo oud als de mensheid. Tegenwoordig bewaren we door de koelkast, gasverpakkingen en E-nummers ons voedsel op een hele andere manier. Dat is allemaal van belang voor een goede houdbaarheid, maar daarnaast zou het goed zijn ook via onze voeding meer te worden blootgesteld aan een grote diversiteit van bacteriën. We hebben te eenzijdig ingezet op veiligheid en houdbaarheid – denk ook aan steriliseren en pasteuriseren. Waar kan je nou nog gefermenteerde voeding vinden? We hebben in Nederland de Schijf van Vijf. Daar zou gefermenteerde voeding in moeten worden opgenomen. Het is namelijk zo’n eenvoudig verhaal: vanaf het moment dat we zijn overgestapt van een leven als jager-verzamelaar naar de landbouw hadden we op grote schaal gefermenteerde producten. En dat is allemaal verdwenen.
We hebben nog wel zuurkool, maar ik geloof dat alle zuurkool in Nederland met dezelfde starter wordt gemaakt. En eigenlijk zie je daar hetzelfde idee terugkomen, dus dat er eenzijdig is ingezet op veiligheid, want vroeger was het natuurlijk zo dat iedereen zijn melk gefermenteerd dronk. Dat kon bijna niet anders, want die melk had natuurlijk helemaal geen houdbaarheid.
Ik was een tijdje geleden in Noord-Senegal en daar fermenteren ze nog steeds melk in van die grote houten kommen. Daar hoef je niet veel voor te doen, want op het moment dat je die melk in de kom doet, gebeurt het vanzelf. In Nederland is dat verdwenen. Die rauwe melk kun je nog maar op een paar plekken vinden. In Amsterdam-Noord ligt een boerderij waar een tap staat. Daar kun je rauwe melk halen. Als je dat laat staan, krijg je gefermenteerde melk. Alleen kennen we dat niet meer, want als je gepasteuriseerde melk laat staan, dan bederft het, want daar zijn alle lactobacillen uitgehaald. In Senegal hebben we gekeken wat er aan micro-organismen in die gefermenteerde melk zit: dat bleek één grote dierentuin te zijn.
We kennen natuurlijk wel yoghurt, maar yoghurt is nu alleen nog maar een Streptococcus en een Lactobacillus. En natuurlijk is het zo dat de reproduceerheid, een product van dezelfde kwaliteit en veiligheid, van groot belang is en daarom worden er starters gebruikt voor een goede controle bij grootschalige producties. Naar mijn idee zou het prachtig zijn als kleinschaligheid en variatie weer meer terugkwamen met een unieke starter culture voor fermentatie en daarmee gepaard gaande unieke smaak, structuur en geur voor elk familiebedrijfje.
Ik drink heel veel van die gefermenteerde melk, en natuurlijk de Yoba yoghurt in Nederland en vooral als ik in Afrika ben. Ik ga elk jaar naar Afrika toe, op rondreis langs al die verschillende bedrijfjes die daar zijn opgezet. En wat meer gefermenteerde voeding en gewoon erop uittrekken naar een landelijke omgeving, dat is natuurlijk altijd goed. Huisdieren. Elke vorm van blootstelling is goed – voor zover het geen ziekteverwekkers betreft natuurlijk… Ik denk dat dat wel zo’n beetje de belangrijkste dingen zijn. Maar veel mensen denken dat, omdat je zo’n boek schrijft, je daar een soort overbewustzijn voor creëert, een heel andere blik, maar dat is dus helemaal niet zo. Maar ik zal ongetwijfeld wat meer dan gemiddeld blootgesteld worden aan bacteriën!
Het Yoba for Life concept helpt mensen in in kansarme gebieden in derdewereld-landen door hen probiotische yoghurt, Yoba, met een bewezen gezondheids-effect te laten produceren. De sleutel tot dit concept is de distributie van de Yoba startercultuur, waarmee melk gefermen-teerd wordt tot yoghurt. De startercultuur is identiek aan de best gedocumenteerde probiotische bacteriestam ter wereld, Lactobacillus rhamnosus GG. De Yoba-bacterie, Lactobacillus rhamnosus yoba 2012, is de eerste generieke probiotische stam ter wereld. Inmiddels telt het Yoba-project meer dan 250 productie-units en en wordt Yoba door meer dan 200.000 mensen geconsumeerd.
Meer weten over Yoba4life concept in derdewereldlanden? Kijk op www.yoba4life.org
Remco Kort (Rotterdam, 1970) studeerde in 1994 cum laude af in de Moleculaire Wetenschappen in Wageningen en promoveerde in de moleculaire microbiologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkt als microbioloog bij TNO. Hij is tevens als hoogleraar microbe-mens interacties verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en aan ARTIS-Micropia, dat hij sinds 2006 mede ontwikkelde. Op 27 oktober 2017 werd Remco Kort officieel aangesteld als Micropia-hoogleraar, waar hij o.a. college geeft over de relatie tussen mens en bacterie. In zijn vrije tijd is hij actief als voorzitter van de stichting Yoba for Life, die hij in 2009 oprichtte.
Microbiota
Probiotische yoghurt
Yoba4Life
Remco Kort