Op vrijdag 2 juni 2017 vond de derde editie van het internationale symposium ‘Women and their Microbes’ plaats, een korte samenvatting.
Op vrijdag 2 juni vond de derde editie van het internationale symposium ‘Women and their Microbes’ plaats. Op dit symposium werd de huidige stand van de wetenschap over het vrouwelijke microbioom besproken, van de mondholte, huid, borst, darm, blaas, tot de vagina, evenals het oestrobioom en de invloed van de mannelijke factor, namelijk het penismicrobioom. Hieronder vindt u een aantal opvallende bevindingen die tijdens dit symposium naar voren kwamen.
Het is allang bekend dat bacteriën in de mondholte de mondgezondheid beïnvloeden. Recente onderzoeken laten nu zien dat dit ‘orale microbioom’ wellicht ook invloed kan uitoefenen op een minder vanzelfsprekende plek van het vrouwenlichaam, namelijk op de baarmoeder tijdens de zwangerschap. Daarmee zou het ook een rol kunnen spelen in de uitkomst van de zwangerschap. De placenta blijkt een microbioom te hebben dat het meest vergelijkbaar is met het microbioom van de mondholte1. Een mogelijke functie van dit placenta-microbioom is het trainen van het foetale immuunsysteem in het herkennen van ‘vriend of vijand’, oftewel het opbouwen van tolerantie voor commensale bacteriën. De microbiële cellen die het weefsel van de placentabereiken, kunnen communiceren met antigeenpresenterende immuuncellen van de foetus. Deze cellen keren vervolgens terug naar de foetale perifere lymfoïde organen (milt, lymfeklieren en slijmvliezen), waar zij de antigenen aan immuuncellen voorleggen. Veel van deze immuuncellen hebben een immunosuppressieve activiteit2. Als gevolg hiervan worden de commensale bacteriën door het foetale immuunsysteem als veilig beschouwd. Dit zou vervolgens leiden tot vroege tolerantie van de foetus tegen commensale bacteriën (figuur 1).
De orale bacteriën van de moeder zouden de foetus bereiken door middel van een opvallend mechanisme. Zwangere vrouwen hebben meer last hebben van bloedend tandvlees en door het openen van het vasculaire netwerk in de mond zouden de orale bacteriën van de moeder de bloedbaan kunnen bereiken en hiermee toegang kunnen krijgen tot de placenta3. De foetus lijkt dus al tijdens de zwangerschap getraind te worden in het tolereren van commensale bacteriën, en het orale microbioom van de moeder zou hier verantwoordelijk voor kunnen zijn.
Tussen de 3 en 33% van de vrouwen die borstvoeding geven, heeft last van ontstekingen van de melkklier (mastitis). Vaak heeft deze ontsteking een infectieuze oorzaak, waar stafylococcen,streptococcen en/of corynebacteria bij betrokken zijn4. Veel van deze soorten zijn resistent tegen antibiotica, waardoor mastitis lastig te behandelen is. Mastitis is dan ook een veelvoorkomende reden om te stoppen met het geven van borstvoeding4. De behandeling van mastitis vraagt derhalve om alternatieve strategieën, en onderzoek heeft laten zien dat het gebruik van probiotica een mogelijke manier is om mastisis te behandelen5. Bij deze onderzoeken werd gebruikgemaakt van probiotische lactobacillusstammen afkomstig uit de moedermelk van gezonde moeders. Probiotica bleek een effectief alternatief te zijn om mastitis (waarbij eerdere behandeling met antibiotica niet hielp) te behandelen5,6. Daarnaast heeft een recent klinisch onderzoek laten zien dat probiotica ook gebruikt kan worden om mastitis te voorkomen7.
Women and their Microbes
vrouwelijke microbioom
borstvoeding
Zwangerschap