Fermenteerbare voedingsvezels zijn belangrijk voor de gezondheid. Maar niet alle fermenteerbare vezels hebben hetzelfde effect.
Fermenteerbare voedingsvezels: voeding voor bacteriën
Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet in de dunne darm verteerd kunnen worden, maar die onverteerd in de dikke darm belanden. Ze komen voor in de celwand van plantaardige voeding, zoals groente, fruit, aardappels, granen en peulvruchten. Er zijn verschillende soorten voedingsvezels: fermenteerbare (oplosbare) vezels en niet-fermenteerbare (onoplosbare) vezels. Deze hebben verschillende effecten in het lichaam. De fermenteerbare vezels vormen een belangrijke groep. Zij worden afgebroken (gefermenteerd) door de bacteriën in de dikke darm en leveren daarbij energie. Dit type vezel wordt ook wel prebiotica genoemd, omdat ze ook de groei van bepaalde bacteriegroepen stimuleren. Niet-fermenteerbare voedingsvezels worden niet afgebroken door bacteriën. Ze blijven intact en kunnen bijvoorbeeld vocht opnemen. Zo dragen ze bij aan een betere stoelgang.
Gezondheidsvoordelen fermenteerbare vezels
Fermenteerbare vezels zijn belangrijk voor onze gezondheid. Zo kunnen ze bijdragen aan een stabielere bloedsuikerspiegel of het langzamer voortschrijden van chronische nierziekten. Deze voordelen ontstaan waarschijnlijk via talloze mechanismen, die de wetenschap nog niet allemaal in kaart heeft gebracht. Een van de mechanismen wordt gevormd door korteketenvetzuren (KKVZ), die ontstaan tijdens de fermentatie van voedingsvezels. De drie belangrijkste KKVZ zijn butyraat, acetaat en propionaat. Van KKVZ is bekend dat zij onder meer een ontstekingsremmend effect hebben in het lichaam.
Onderzoek naar fermenteerbare vezels
Om meer inzicht te krijgen het effect van fermenteerbare vezels (ook wel resistent zetmeel genoemd) op de darmmicrobiota, werd het dieet van 174 gezonde volwassenen twee weken lang aangevuld met verschillende soorten fermenteerbare vezels: resistent zetmeel uit aardappels, resistent zetmeel uit mais en inuline uit cichorei. Een deel van de groep kreeg als controle goed verteerbaar maiszetmeel.
Resistent zetmeel uit aardappel heeft grootste effect
Hoewel alle drie de types fermenteerbare vezel enig effect op de samenstelling van de microbiota hadden, was alleen in de groep die resistent aardappelzetmeel kreeg sprake van een toename van de hoeveelheid butyraat (een korteketenvetzuren) in de ontlasting. De hoogste butyraatconcentraties werden gevonden bij individuen waar een toename van de bacteriestammen Ruminococcus bromii of Clostridium chartatabidum werd waargenomen na inname van resistent aardappelzetmeel.
Dit toont aan dat niet alle fermenteerbare voedingsvezels op dezelfde wijze de productie van korteketenvetzuren kunnen stimuleren. Tevens lijkt de individuele samenstelling van de microbiota van belang om te bepalen of iemand al dan niet reageert op een specifieke voedingsvezel. De aanname dat de productie van het korteketenvetzuur butyraat gestimuleerd kan worden door vezelsupplementen in het algemeen is daarom mogelijk te kort door de bocht.
Lees het onderzoek: Dynamics of Human Gut Microbiota and Short-Chain Fatty Acids in Response to Dietary Interventions with Three Fermentable Fibers
Microbioom
Onderzoek
Microbiota