10
December
2019

Maagzuurremmers hebben het grootste effect op de microbiota

Volgens onderzoek op basis van het Lifelines cohort hebben maagzuurremmers van alle geneesmiddelen t grootste effect op de microbiota.

De samenstelling van de darmmicrobiota wordt sterk beïnvloed door verschillende factoren, zoals stress, dieet en medicijngebruik. Het effect van antibiotica op de microbiota is de laatste jaren uitgebreid onderzocht, maar antibiotica zijn niet het enige geneesmiddel dat de darmmicrobiota beïnvloedt. Recente onderzoeken laten zien dat ook andere, veel voorgeschreven medicijnen – zoals maagzuurremmers (PPI’s), statines en metformine –, zorgen voor veranderingen in de samenstelling van de microbiota.

Toename medicijngebruik in Nederland

Medicijngebruik in Nederland, zowel voorgeschreven als vrij verkrijgbaar, neemt al jaren toe.(1) Het is bekend dat medicijnen een grote invloed kunnen hebben op de samenstelling van de darmmicrobiota en daarmee op de gezondheid. Vooral van antibiotica heeft onderzoek laten zien dat zij de darmmicrobiota langdurig kunnen verstoren. Dit kan soms ingrijpende gevolgen hebben, zoals een toename van het risico op obesitas en metabole aandoeningen, het ontwikkelen van Prikkelbare Darm Syndroom of inflammatoire darmziekten enz.  

De laatste jaren begint duidelijk te worden dat ook andere, veel gebruikte medicijnen de samenstelling van de microbiota aanzienlijk kunnen veranderen. Van een aantal van deze medicijnen is bekend dat zij als bijwerking maag-darmklachten kunnen geven, zoals buikpijn, obstipatie of juist diarree. Waarschijnlijk speelt de verandering in de samenstelling van of het aantal soorten in de microbiota hierbij een rol.

Invloed veel voorgeschreven medicijnen op microbiota

In een recente systematic review werden 20 onderzoeken bekeken naar de zes, in de VS meest voorgeschreven medicijnengroepen, namelijk protonpomp inhibitors (PPI’s zoals omeprazol), metformine, NSAID’s, opioïden, antipsychotica en statines.(2) Hieruit kwam naar voren dat het gebruik van PPI’s leidt tot een significante afname van het aantal bacteriesoorten in de darm. Metformine en NSAID’s leiden niet tot significante afname van het aantal soorten, maar metforminegebruikers bleken wel een significant andere samenstelling te hebben in vergelijking met niet-metforminegebruikers. Opioïden, daarentegen, leiden juist tot een toename van het aantal bacteriesoorten en tot een verandering in de samenstelling van de microbiota. Atypsiche antipsychotica en tricyclische antidepressiva veroorzaken een verandering in de samenstelling van de microbiota. Statines, tot slot, zorgen niet voor een afname van het aantal soorten, maar wel voor een verandering in de samenstelling van de microbiota.

PPI’s hebben groter effect op microbiota dan antibiotica

Volgens Nederlands onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen op basis van het Lifelines cohort hebben PPI’s van alle geneesmiddelen (inclusief antibiotica) het grootste effect op de microbiota. Op de tweede plaats staan statines en pas op de derde plaats antibiotica.(3) Met name langdurig gebruik van PPI’s kan leiden tot verschuivingen in de samenstelling van de microbiota (dysbiose). Dit is met name het gevolg van de afname van de hoeveelheid maagzuur, die normaal gesproken een beschermend effect heeft doordat bacteriën die via de mond in de maag terechtkomen het zure milieu niet overleven. (4)  

Nadelige gevolgen dysbiose voor de gezondheid

Dysbiose, een verandering in de samenstelling van de microbiota, kan nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid. Zo kunnen pathogene bacteriën door dysbiose de kans krijgen in aantal toe te nemen, met bijvoorbeeld een verhoogd risico op darminfecties tot gevolg. Dit wordt ook gezien bij het gebruik van PPI’s, metformine, NSAID’s, opioïden en antipsychotica. Deze worden geassocieerd met een toename van het aantal zogenaamde Gammaproteobacteriën. Onder deze groep vallen de bacteriesoorten Enterobacter, Escherichia, Klebsiella en Salmonella, waartoe de meest voorkomende pathogene bacteriën behoren. Dit verklaart ook de verhoogde vatbaarheid voor C. difficile-infectie.(2,3)

Veranderingen in de microbiota kunnen ook de BMI en cholesterol- en triglyceridespiegels beïnvloeden. Onderzoeken hebben laten zien dat antibiotica, met name op jonge leeftijd, het risico op obesitas vergroten. Maar ook andere medicijnen, zoals SSRI’s, hebben gewichtstoename als bijwerking. Mogelijk speelt de microbiota ook hierbij een rol. De hoeveelheid onderzoeken die een associatie laten zien tussen dysbiose en het ontstaan van (darm)ziekten groeit. Ziekten waarbij een verband gevonden is met een afwijkende samenstelling van darmmicrobiota zijn darmontstekingsziekten, PDS en coeliakie, maar ook allergie, astma, metabole aandoeningen, hartaandoeningen en obesitas.(5)

Mogelijk beschermend effect probiotica bij PPI-gebruik

Onderzoek naar de mogelijkheden van probiotica bij dysbiose door PPI-gebruik begint nog maar net op gang te komen. Zo is er onderzoek gedaan naar het effect van probiotica bij bacteriële overgroei van de maag of dunne darm door langdurig PPI-gebruik. Toediening van een probioticum, bestaande uit vier verschillende lactobacillen, hielp om de bacteriële overgroei te verminderen, waardoor de barrièrefunctie van de maag hersteld werd.(6) In een tweede onderzoek, onder 128 kinderen met gastro-oesofageaal reflux, kregen 64 kinderen gedurende 12 weken een PPI in combinatie met probiotica. De overige 64 kinderen kregen gedurende dezelfde periode een PPI en een placebo. In de placebogroep had 56,2% na de behandeling last van dysbiose, terwijl in de probioticagroep slechts 6,2% last had van dysbiose. Dit verschil was significant (p<0.001).(7) Dit lijkt erop te duiden dat probiotica kunnen helpen om de mate van dysbiose veroorzaakt door PPI-gebruik te verminderen.

Niet alleen antibiotica maar ook verschillende andere, veel gebruikte medicijnen kunnen de samenstelling van de microbiota sterk beïnvloeden. Deze veranderingen van de microbiota kunnen de vatbaarheid voor darminfecties vergroten. Van de veel voorgeschreven medicijnen lijken PPI’s voor de grootste verstoring van de microbiota te zorgen.(2,3) Probiotica kunnen mogelijk helpen om de verstoring door PPI’s te verminderen.

Volgens de Stichting Farmaceutische Kengetallen was de top 10 van de meest voorgeschreven medicijnen in Nederland in 2016 als volgt:

  1. Diclofenac (NSAID)
  2. Amoxicilline (antibioticum)
  3. Omeprazol (PPI)
  4. Macrogol (laxantia)
  5. Simvastatine (statine)
  6. Metoprolol (bètablokker)
  7. Colecalciferol (botontkalking)
  8. Salbutamol (luchtwegverwijder)
  9. Indifferente dermatica (eczeem)
  10. Pantoprazol (PPI)

Bron: SFK. Data en feiten 2017. Den Haag: Stichting Farmaceutische Kengetallen; 2017.

Referenties

1. CBS. Gezondheid, leefstijl, zorggebruik en -aanbod, doodsoorzaken; vanaf 1900 2018 [updated 29 december 2017. Available from: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/37852/table?ts=1524132592200.
2. Le Bastard Q, Al‐Ghalith G, Grégoire M, Chapelet G, Javaudin F, Dailly E, et al. Systematic review: human gut dysbiosis induced by non‐antibiotic prescription medications. Alimentary pharmacology & therapeutics. 2018;47(3):332-45.
3. Imhann F, Bonder MJ, Vila AV, Fu J, Mujagic Z, Vork L, et al. Proton pump inhibitors affect the gut microbiome. Gut. 2016;65(5):740-8.
4. Clooney A, Bernstein C, Leslie W, Vagianos K, Sargent M, Laserna‐Mendieta E, et al. A comparison of the gut microbiome between long‐term users and non‐users of proton pump inhibitors. Alimentary pharmacology & therapeutics. 2016;43(9):974-84.
5. Carding, Simon, et al. Dysbiosis of the gut microbiota in disease. Microbial ecology in health and disease, 2015;26(1):26191.
6. Del Piano M, Pagliarulo M, Tari R, Carmagnola S, Balzarini M, Lorenzini P, et al. Correlation between chronic treatment with proton pump inhibitors and bacterial overgrowth in the stomach: any possible beneficial role for selected lactobacilli? Journal of clinical gastroenterology. 2014;48:S40-S6.
7. Belei O, Olariu L, Dobrescu A, Marcovici T, Marginean O. Is It Useful to Administer Probiotics Together With Proton Pump Inhibitors in Children With Gastroesophageal Reflux? Journal of neurogastroenterology and motility. 2018;24(1):51.

4
January
2018

Maagzuurremmers

Microbiota

Medicijngebruik

PPI-gebruik