In 2013 werd bij Stichting Land van Horne in de verpleeghuizen een pilotproject 'probiotica bij antibiotica' gestart.
Claudia Christiaens is diëtist bij zorgorganisatie Stichting Land van Horne. In 2013 werd daar in de verpleeghuizen op haar initiatief gestart met een pilotproject probiotica bij antibiotica. No Guts No Glory vroeg haar naar haar ervaringen.
Ik was destijds lid van het MDL-netwerk van de NVD. Op een van de bijeenkomsten een paar jaar geleden sprak er iemand over probiotica bij antibiotica. Ik was gelijk enthousiast, vooral omdat ik werk in een verpleeghuis met ouderen die regelmatig antibiotica krijgen. Daarom ben ik gaan uitzoeken of ik bij ons een pilot kon doen. Toevallig kwam onze clusterdirecteur rond die tijd Winclove tegen en hoorde zij ook over het nut van probiotica bij antibiotica. Dus zij stuurde mij een mailtje met de vraag ‘Kunnen wij hier wat mee?’
Het feit dat wij allebei enthousiast waren over probiotica is van groot belang voor het succes geweest. Omdat het niet lukte een trial van de grond te krijgen, zijn we op een gegeven moment gewoon van start gegaan. Helaas was nog niet iedereen het er mee eens, dus toen heb ik als compromis voorgesteld om een minuscuul onderzoekje te doen en daarvan de cijfers bij te houden en te kijken naar de reacties op de werkvloer. Meer een ervaringsproef dus. Ik heb toen een protocol geschreven waarin stond hoeveel, hoe vaak, wanneer enz. Daarna kreeg ik steeds van iedereen een mail en toen heb ik alle cliënten die probiotica bij de antibiotica kregen in een overzicht gezet en daar gegevens van bijgehouden, zoals of er sprake was van diarree. Dit heeft in totaal een halfjaar gelopen.
De hele proef was natuurlijk heel klein, maar het effect was zo positief, dat had ik zelfs niet verwacht. Ik weet nog dat ik de cijfers presenteerde – en daar mag je echt helemaal geen conclusies aanverbinden –, maar ik geloof dat iets van rond de 80% van de mensen die diarree hadden bij antibiotica dat nu niet hadden. Zelfs als de helft van de gegevens fout zou zijn, kon je eigenlijk er niet omheen dat het heel positief was.
Er waren artsen die geen goed gevoel hadden bij de probiotica. Daarom hebben we na afloop van het project besloten dat de artsen voortaan zelf kiezen of ze probiotica willen voorschrijven en er geen beleid op gemaakt. Je ziet nu dat sommige artsen het nog steeds inzetten en anderen niet.
Mogelijk dat sommige artsen het niet inzetten omdat de diarree bij antibiotica als een gegeven wordt geaccepteerd en medisch niet veel kwaad kan voor die paar dagen. Het wordt tegenwoordig in al onze verpleeghuizen ingezet. Je ziet wel veel verschil, maar naar mijn gevoel ligt dat aan de ervaring van de betreffende arts en verzorgenden. De ene arts zet het heel veel in en de andere bijna niet. Maar er is niet één locatie die helemaal nooit probiotica inzet.
De medewerking van de artsen was het belangrijkste. De arts schrijft het voor, maar als de cliënt het niet wil of niet lekker vindt, dan hoeft het niet. Het is toch vooral om te zorgen dat iemand geen diarree krijgt. Het gebeurt ook wel dat de verzorging vraagt of ze probiotica mogen geven als ze zien dat iemand antibiotica krijgt. Daarnaast waren de kosten ook een aandachtspunt, want in de zorg is het natuurlijk heel krap. Daarom ben ik er extra trots op dat wij probiotica aanbieden. Aanvankelijk waren we van plan ook te kijken of het inzetten van probiotica nog kostenbesparend zou werken, door te kijken of er minder incontinentiematerialen nodig waren, minder wasgoed en tijd en minder decubituswonden die verslechteren enz. Helaas was het niet haalbaar om dit te onderzoeken. Maar het zal heus wel kostenbesparend werken als je voorkomt dat iemand fikse diarree krijgt. Het scheelt ook in kosten als je van tevoren bepaalt aan welke mensen je de probiotica gaat geven.
Wij hebben de afspraak gemaakt dat mensen die nooit reageren met diarree op antibiotica, geen probiotica krijgen. Dus alleen bij de cliënten bij wie het zin kan hebben, daar zetten we het in. En als je na drie keer probiotica bij antibiotica nog steeds iemand hebt die diarree blijft houden, dan hoef je het daarbij ook niet meer in te zetten, want dan werkt het waarschijnlijk niet. Dus de artsen bekijken zelf bij welke cliënt het volgens hen meerwaarde heeft. En als we niet weten of iemand diarree krijgt van antibiotica, dan geven we het alleen bij de antibioticasoorten waarvan bekend is dat ze een grote kans op diarree geven. Zelf ben ik er inmiddels niet meer heel actief bij betrokken. Ik heb twee jaar lang de kar getrokken en me er heel erg voor ingezet, maar op een gegeven moment heb ik het losgelaten. Wel houd ik de inkoopcijfers van de probiotica bij en hoeveel er wordt gebruikt. En het blijft toch in leven, zonder dat ik er ook maar één minuut aan besteed. Dat is heel leuk en het voelt echt als een succes.
--
'Ik was indertijd best sceptisch over de proef met probiotica, maar ik heb gemerkt dat een aantal mensen door het inzetten van probiotica minder last hadden van diarree. Dat heb ik ook gehoord van collega’s. Stichtingsbreed heb ik echter te weinig zicht gehad op het effect van de proef– en ik heb de uiteindelijke cijfers niet gezien –, dus daar kan ik geen uitspraak over doen. Na de proef is er met de collega’s afgesproken om probiotica in te blijven zetten bij mensen die starten met antibiotica en van wie we weten dat ze daar snel diarree van krijgen. Daar geeft het resultaten. Als de verpleging aangeeft dat mensen daarnaast ook minder last hebben van buikpijn en dat dit terug te zien is in hun gedrag, heeft dat zeker meerwaarde.'
--
Antibiotica geassocieerde diarree
Antibiotica
probiotica
Ouderenzorg